De geschiedenis van mijn kaalheid

Het was een relletje tijdens het WK, toen een paar spelers van het Nederlands Elftal stiekem hun vaste kapper het hotel hadden binnengeloodst. Hannie Hanna heette die. Tijden veranderen: twintig jaar geleden zou de smokkelwaar callgirls zijn geweest. Maar goed. Het gekke van het verhaal was dat de jongens voor wie hij kwam -Van der Wiel, Elia, Babel en Sneijder bijvoorbeeld- gemillimeterde coups hebben. Weinig eer te behalen voor Hannie, zou je zeggen.

Als je je been verliest, zal je zelden nog een schoenenwinkel van binnen zien. Een vegetariër gaat niet naar de slager. En ik kom nooit meer bij de kapper.

Tot gistermiddag dan. Herfst in Holland: ineens, uit het niets, brak een wolk en al ben ik niet van suiker, toch wilde ik even schuilen en snel ook. Keuze was een coffeeshop of een kapsalon. Ik drink geen koffie, dus werd het Haarmode Jacqueline. Ze was bezig met een klantje, keek op, zag dat ze geen cent aan me kon verdienen en ging door met knippen. Maar tuurlijk, ik mocht wel even zitten en de Privé lezen.

Ik moest het nooit hebben van een weelderige krullenbos. Het was altijd steil en vlassig. Op m’n twaalfde adviseerde de kapper me een permanentje. Ik wist niet wat het was, maar goddank verhoedde mijn moeder zijn snode plan. Als puber probeerde ik er met veel spuug en wat gel nog iets van te maken. De laatste jaren, vanaf m’n dertigste, werd mijn dos langzaam maar pijnlijk zeker dunner.

Het was uiteindelijk couturier Mart Visser die me overtuigde. In de kleedkamer van de sportclub aanschouwde hij af en toe meewarig mijn haarworsteling. ‘Kaal worden overkomt je, maar kaal scheren is een keuze. Da’s sterk,’ zei hij op een dag, een jaar of drie geleden. ‘Doe gewoon zoals ik: tondeuse, standje 1, een keer per week.’ Van zo’n man neem je wat aan, want mensen er een beetje fatsoenlijk uit laten zien is zijn vak.

Maar ik lijd. Ook al weet ik dat de oorzaak van kaalheid testosteronoverproductie is en ik dus zeer mannelijk ben. Ook al zijn kale koppen de laatste jaren, sinds Pim, iets salonfähiger geworden. Maar laten we wel wezen: die mode doet ’t toch beter onder uitsmijters, dan, om iets te noemen, onder professoren. Ik hou de ontwikkelingen op het gebied van haarimplantatie dan ook scherp in de gaten. Grote mannen gingen me voor: Dick Advocaat, Geer net voor een tweede keer. Het komt goed. Moeder Natuur en ik zijn in gevecht, maar we zullen wel eens zien wie er gaat winnen. Jacqueline zal ooit geld aan me verdienen.

8 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

8 Reacties op “De geschiedenis van mijn kaalheid

  1. Luc

    U bezit een lovenswaardig niveau van introspectie en zelfreflectie…

  2. Dat is toch niet nodig Mark, dat lijden… En je weet, je bent niet sterker dan moeder natuur. En ik kan het weten

  3. Willem Ledeboer

    Mark,

    Als “professor in de haar” (vrij naar Koot en Bie) kan ik je zeggen dat als je advies wil hebben en ervaringen uit wil wisselen, met name ook wat betreft de marketingmogelijkheden van kaalheid, zoals “je moet die kale in Rotterdam hebben als je iets wil” ben ik je man. Specialist sinds mijn diensttijd, toen ik uit solidariteit met een aantal mannen die zichzelf hadden toegetakeld met het minitondeuzetje van een scheerapparaat, mijn weelderige blonde lokken aan de wilgen heb gehangen. Thans op standje o van de Gilette 4 bladige scheerkop, gegarandeerd geen snijwonden!

  4. tony b.

    amice, ik voel nu toch wat ‘onbalans’ tussen mijn kuif en mijn bovengemiddelde testosteronspiegel…..

  5. raul

    Zou wel eens willen weten of sinds de tondeuse ook het vrouwvolk merkbaar toeschietelijker is..

Plaats een reactie